‘Ik, Ik ben het Die u troost’

Tot Rosj Hasjana worden de zogenoemde zeven haftarot van vertroosting gelezen, allen uit het tweede deel van het boek Jesaja. We zijn nu aangeland bij de haftara bij de parasja Sjoftiem. Vermoedelijk heeft de schrijver van deze zeven haftarot – hij wordt ook wel de tweede Jesaja, deutero-Jesaja, genoemd – 200 jaar later geleefd dan de ‘eerste Jesaja’, in een tijd dat het Babylonische rijk op zijn laatste benen liep; de machtige koning Cyrus was bezig op te rukken naar Babylon en de Joodse ballingen moeten gevoeld hebben hoe het tij mogelijk zou keren. De vurige hoop van de ballingen op teugkeer naar Judea zal de vonk van profetie, die smeulde onder dikke lagen as van het verwoeste Jeruzalem hebben aangewakkerd tot visionaire vergezichten van een vernieuwd Jeruzalem, die samenvielen met de zekerheid van de terugkeer van Gods concern voor het lot van zijn volk. De ballingen met hun vele traumatische herinneringen werden getroost met het vooruitzicht van een betere toekomst, de mogelijkheid die gloorde om een nieuw begin te maken met een gemeenschap waarin voortaan gerechtigheid en zorg voor de naaste prioriteit zou krijgen.
In teksten van dit deel van Jesaja wordt steeds meer geanticipeerd op een persoonlijk werkzaam zijn van de Eeuwige – ‘Ik, Ik (anochi, anochi) ben het Die u troost’, zo begint deze haftara in vers 51:12. Zijn persoonlijke presentie zal toenemend in het bewustzijn komen: ‘Daarom zal Mijn volk Mijn Naam kennen; daarom, op die dag (van de verlossing), zal het weten dat Ik het Zelf ben Die spreekt: Zie, hier ben Ik (hinenni) (52:6). Het is tijd om wakker te worden: ontwaak, ontwaak! klinkt meerdere keren, ontwaak uit de ellende en kom weer in je kracht zouden we nu zeggen; bijv. in 51:17:
Ontwaak, ontwaak,
sta op, Jeruzalem!
U die uit de hand van de Eeuwige gedronken hebt
de beker van Zijn grimmigheid;
de droesem uit de beker van bedwelming hebt u gedronken, opgedronken.
Gaandeweg zwellen de woorden van de profeet aan tot een apocalyptisch maestoso:
529 Breek uit in gejubel, juich tezamen,
puinhopen van Jeruzalem,
want de Eeuwige heeft Zijn volk getroost,
Hij heeft Jeruzalem verlost.
10De Eeuwige heeft Zijn heilige arm ontbloot
voor de ogen van alle heidenvolken;
en alle einden der aarde zien
het heil van onze God.
Als we even weer neerdalen in de geschiedenis zien we, dat inderdaad
niet lang na de val van Babylon de Perzische koningen Cyrus en Artaxerxes twee golven van terugkerende Judeeërs uit Mesopotamië hebben laten vertrekken om Judea, Jeruzalem en de tempel weer op te bouwen.
Vijfentwintighonderd jaar zijn sindsdien verstreken. Als we een slow motion camera op Jeruzalem zouden hebben gehad zouden we een film zien waarin Jeruzalem meerdere keren werd opgebouwd, werd verwoest, weer werd opgebouwd, weer verviel tot een dorp, weer opbloeide. De woorden van Jesaja zijn als het ware losgezongen van de geschiedenis, waarin verdrijving, ballingschap en vervolging en tijdelijke grote bloei van Joodse gemeenschappen elkaar bijna voorspelbaar afwisselden. Maar de woorden van de profeet bleven hun kracht houden. De intens blijde verwachting van de aanstaande verlossing uit de greep van Babylon is in zulke sterke beelden gesteld, dat zij de middeleeuwse rabbijnen inspireerden er de verlossing uit hun ballingschap in te zien. En ook nu nog resoneren zij met het verlangen niet alleen van de Joden naar een blijvend welvarend en spiritueel bloeiend eigen land, maar zij spreken ook het – misschien wel diep verborgen – verlangen aan van ieder bewust levend mens naar een wereld, waar geen ziekte, armoede en ellende bestaat en waar recht, gelijkwaardigheid van alle mensen en waardigheid van ieder persoonlijk voorop staat, een wereld waarvan je weet, dat je die persoonlijk niet meer mee zal maken, maar die toch als leidbeeld voor je handelen kan dienen. Want het kenmerk van de messiaanse tijd is dat hij per definitie niet nu komt, maar wel altijd komende is.
noot
(1) Zie voor meerdere commentaren op de parasja Sjoftiem mijn boek
REIZEN DOOR DE TORA, deel 2, Van de Berg naar de Rivier, Leviticus, Numeri en Deuteronomium, Mastix Press, 2016, te bestellen bij bol.com
Zie ook het commentaar op mijn website